Om het signaal van een satelliet te ontvangen moet de satelliet “zichtbaar” zijn. Dit wil zeggen dat er zich geen hindernissen bevinden tussen de satelliet en de ontvanger. Het signaal afkomstig van de satelliet kan immers tegengehouden worden door gebouwen, bomen, of de aarde zelf en is dan niet bruikbaar. In gebieden met veel heuvels, bomen of andere hindernissen is het daarom interessant om ook de satellieten van Glonass te kunnen gebruiken om zo meer kans te hebben om voldoende bruikbare satellieten te hebben. Met deze werking (wat het principe is van een TomTom) krijgt men een nauwkeurigheid tussen de 10 en 20 meter.
In de landbouw, maar ook vele andere sectoren zoals luchtvaart, scheepvaart, wegenbouw, … is deze nauwkeurigheid echter onvoldoende en is er nood aan een hogere precisie. Een hogere precisie is mogelijk door gebruik te maken van correctiesignalen. Deze correctiesignalen zijn afkomstig van referentiestations, dit zijn stations op aarde waarvan de exacte positie bekend is. Deze stations ontvangen de satellietsignalen zoals ons GPS toestel en berekenen analoog hun positie. Ze zullen dan hun berekende positie vergelijken met hun bekende positie en aan de hand daarvan in real time een correctie doorsturen naar het GPS toestel.